lechajim
- le·cha·jim
- van Hebreeuws לְחַיִּים uit חַיִּים (chajiem) "leven" met het voorvoegsel ל (le-) "naar, tot, voor, aan", dus: "op het leven"[1]
lechajim
- (Jiddisch-Hebreeuws) proost! (wens wanneer men iemand toedrinkt)
- Het woord lechajim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ל in het Hebreeuws
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal