kwetterde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwet·ter·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwetteren |
kwetterde
- enkelvoud verleden tijd van kwetteren
- Ik kwetterde.
- Jij kwetterde.
- Hij, zij, het kwetterde.
- Ik kwetterde.
vervoeging van |
---|
kwetteren |
kwetterde