kwaakt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwaakt

Werkwoord

vervoeging van
kwaken

kwaakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwaken
    • Jij kwaakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwaken
    • Hij kwaakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kwaken
    • Kwaakt!