krachttrainde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kracht·train·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
krachttrainen

krachttrainde

  1. enkelvoud verleden tijd van krachttrainen
    • Ik krachttrainde. 
    • Jij krachttrainde. 
    • Hij, zij, het krachttrainde. 
    • Hartelijk hapje eitwitreep deze maandagmiddag. Eiwitreep? Au sérieux? Ja, helaas wel. Ik schrik er zelf ook van. Maar eerst deed ik al een stuk cardio, daarna krachttrainde ik me tot over het randje en om het af te toppen plak ik er nog een tweede serie cardio achteraan. Me dunkt dat er dan wat voer in moet, tussendoor. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen