kouří

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /koʊ̯r̝iː/
Woordafbreking
  • kou·ří

Werkwoord

kouří

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kouřit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kouřit