koesterden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koesterden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- koes·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koesteren |
koesterden
- meervoud verleden tijd van koesteren
- Wij koesterden.
- Jullie koesterden.
- Zij koesterden.
- Wij koesterden.