knuffelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knuffelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knuf·fel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knuffelen |
knuffelden
- meervoud verleden tijd van knuffelen
- Wij knuffelden.
- Jullie knuffelden.
- Zij knuffelden.
- Wij knuffelden.