knipperende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knipperende (hulp, bestand)
- IPA: //
Woordafbreking
- knip·pe·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | knipperen |
knipperende
- verbogen vorm van knipperend, het onvoltooid deelwoord van knipperen
Bijvoeglijk naamwoord
knipperende
- verbogen vorm van de stellende trap van knipperend