klokkenluidende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klokkenluidende (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɔkə(n)ˌlœydəndə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- klok·ken·lui·den·de
Woordherkomst en -opbouw
- klokkenluidend ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van: | klokkenluiden |
klokkenluidende
- verbogen vorm van klokkenluidend, het onvoltooid deelwoord van klokkenluiden
- ▸ Uitgebeeld werden onder meer de vos die zijn biecht spreekt, Bruun in de eik, de klokkenluidende Isegrim, Canteclaer die zijn dierbaar kind Coppe op een baar aanvoert en de fabel van de kraan en de vos.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'klokkenluidende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rik Van Daele e.a.“Het land van Reynaert.”, 2e druk (1993), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9061528135, p. 138 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal