kislev
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kis·lev
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
kislev
- (Jiddisch-Hebreeuws) negende maand van het joodse jaar, in november-december (Zach. 7:1, Neh. 1:1); derde maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Verwante begrippen
- Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): kislew
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'kislev' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.