kient

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kient

Werkwoord

vervoeging van
kienen

kient

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kienen
    • Jij kient. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kienen
    • Hij kient. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kienen
    • Kient! 

Gangbaarheid