keut

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keut

Werkwoord

vervoeging van
keuen

keut

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keuen
    • Jij keut. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keuen
    • Hij keut. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van keuen
    • Keut! 

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be