kerkert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ker·kert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kerkeren |
kerkert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerkeren
- Jij kerkert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerkeren
- Hij kerkert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kerkeren
- Kerkert!
Gangbaarheid
- Het woord kerkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.