kanfot
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / kɑɱˈfɔt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- kan·fot
Woordherkomst en -opbouw
- van Hebreeuws כְּנָפוֹת zn (kanfot) [1]
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) vleugels, hoekpunten (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kanfot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.