kalkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalkt

Werkwoord

vervoeging van
kalken

kalkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken
    • Jij kalkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken
    • Hij kalkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kalken
    • Kalkt!