kadastreerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·das·treer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kadastreren |
kadastreerde
- enkelvoud verleden tijd van kadastreren
- Ik kadastreerde.
- Jij kadastreerde.
- Hij, zij, het kadastreerde.
- Ik kadastreerde.
vervoeging van |
---|
kadastreren |
kadastreerde