judast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ju·dast

Werkwoord

vervoeging van
judassen

judast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Jij judast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Hij judast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van judassen
    • Judast!