Naar inhoud springen

jouden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 jul 2017 om 16:20 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *jou·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv|jouen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • jou·den
vervoeging van
jouen

jouden

  1. meervoud verleden tijd van jouen
    • Wij jouden. 
    • Jullie jouden. 
    • Zij jouden.