jouïsseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jouïsseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jou·is·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jouïsseren |
jouïsseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouïsseren
- Jij jouïsseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouïsseren
- Hij jouïsseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jouïsseren
- Jouïsseert!
Gangbaarheid
- Het woord jouïsseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.