jonglerend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jonglerend (hulp, bestand)
- IPA: /jɔŋˈle.rənt/, of: /jɔŋˈɣle.rənt/ bij meer oorspronkelijke uitspraak
Woordafbreking
- jong·le·rend
Werkwoord
vervoeging van: | jongleren |
verbogen vorm: | jonglerende |
jonglerend
vervoeging van: | jongleren |
verbogen vorm: | jonglerende |
jonglerend