joel uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- joel uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitjoelen |
joel (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen
- Ik joel uit.
- gebiedende wijs van uitjoelen
- Joel uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen
- Joel je uit?
Gangbaarheid
- Het woord joel uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.