jee
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jee
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van schrik’ voor het eerst aangetroffen in 1661 [1]
- verkorting van Jezus [2][3]
Tussenwerpsel
jee
- uitroep die lichte ontsteltenis uitdrukt
- Je verjaardag, jee, die ben ik helemaal vergeten.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord jee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jee" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "jee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ jee op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /jeː/ (Etsbergs)
Persoonlijk voornaamwoord
jee
- (zeldzaam) tweevoud van doe
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 47 %
- Prevalentie Vlaanderen 29 %
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Persoonlijk voornaamwoord in het Limburgs