ivrige

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • iv·ri·ge
Naar frequentie 12775

Bijvoeglijk naamwoord

ivrige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ivrig

ivrige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ivrig


Nynorsk

Woordafbreking
  • iv·ri·ge

Bijvoeglijk naamwoord

ivrige, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ivrig

ivrige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ivrig