italiske

Deens

Woordafbreking

• ita·lis·ke

Naar frequentie	zeldzaam

Bijvoeglijk naamwoord

italiske, g / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van italisk

italiske, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van italisk

Noors

Woordafbreking

• ita·lis·ke

Naar frequentie	zeldzaam

Bijvoeglijk naamwoord

italiske, m / v / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van italisk

italiske, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van italisk

Nynorsk

Woordafbreking

• ita·lis·ke

Bijvoeglijk naamwoord

italiske, m /v / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van italisk

italiske, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van italisk