isochroon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iso·chroon
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | isochroon | isochroner | isochroonst |
verbogen | isochrone | isochronere | isochroonste |
partitief | isochroons | isochroners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
isochroon
- (natuurkunde) met gelijke werkingstijd, tijd of tijdsduur
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord isochroon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "isochroon" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ isochroon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel iso- in het Nederlands
- Achtervoegsel -chroon in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 54 %
- Prevalentie Vlaanderen 65 %