ioniseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ioniseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- io·ni·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ioniseren |
ioniseerde
- enkelvoud verleden tijd van ioniseren
- Ik ioniseerde.
- Jij ioniseerde.
- Hij, zij, het ioniseerde.
- Ik ioniseerde.