inzoutten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·zout·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzouten |
inzoutten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inzouten
- ...dat wij inzoutten.
- ...dat jullie inzoutten.
- ...dat zij inzoutten.
- ...dat wij inzoutten.