Naar inhoud springen

invoelt

Uit WikiWoordenboek
  • in·voelt
vervoeging van
invoelen

invoelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invoelen
    • ... dat jij invoelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invoelen
    • ... dat hij invoelt.