invloei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vloei
Werkwoord
vervoeging van |
---|
invloeien |
invloei
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien
- ... dat ik invloei.
Gangbaarheid
- Het woord invloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.