invloeien

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vloei·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

invloeien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
invloeien
vloeide in
ingevloeid
zwak -d volledig
  1. naar binnen stromen, vloeien, komen of gaan
    • Holland Casino schat dat er met legale goksites 150 miljoen extra de schatkist invloeit, maar twee derde vindt dat geen goed argument om online gokken toe te staan. „De overheid moet gokken juist ontmoedigen”, zegt iemand, „veel mensen belanden door gokken in ernstige financiële problemen.” [2] 
    • In 2020 zou er door de voorstellen 7,3 miljard euro meer de pensioenkassen invloeien dan nu het geval is. Daarvan komt 4,4 miljard euro door de hogere bijdrages. Zonder maatregelen zit er over 7 jaar zo'n 20 miljard euro te weinig in de Franse pensioenpot om aan alle pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. [3] 
    • Het regent overigens rare verhalen. Deze week las ik dat er opgepast moest worden voor deflatie…. Eeh deflatie? Dan deze nog. Het schijnt een koude winter te zijn en het schijnt dat de olieprijzen daardoor oplopen. Het moet niet veel gekker worden, het lijkt wel lente sinds oktober. Men zoekt blijkbaar naar redenen om de markten naar beneden te praten. Tevergeefs, want mijn stelling is dat er nog steeds veel geld de markten invloeit. In alle markten met gezonde liquiditeit wel te verstaan. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf MARGO STOLS 07 jan. 2016 Uitslag Stelling: Controle sites onmogelijk
  3. De Telegraaf 27 aug. 2013 Fransen moeten meer betalen voor pensioen
  4. De Telegraaf GÖKHAN EREM 21 feb. 2014 Olie baant zich weg omhoog
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be