intubeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intubeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·tu·beer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
intuberen |
intubeerde
- enkelvoud verleden tijd van intuberen
- Ik intubeerde.
- Jij intubeerde.
- Hij, zij, het intubeerde.
- Ik intubeerde.
Gangbaarheid
- Het woord intubeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.