intoetsen
Uiterlijk
- in·toet·sen
intoetsen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
intoetsen |
toetste in |
ingetoetst |
zwak -t | volledig |
- op de toetsen van een toetsenbord drukken
- Hij toetste zijn pincode in op het toetsenbord van de betaalautomaat.
- Hij moest de eindeloze tekst van zijn scriptie nog helemaal intoetsen.
- Het woord intoetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intoetsen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be