interlevensbeschouwelijkers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·le·vens·be·schou·we·lij·kers
Bijvoeglijk naamwoord
interlevensbeschouwelijkers
- partitief van de vergrotende trap van interlevensbeschouwelijk
Gangbaarheid
- Het woord 'interlevensbeschouwelijkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.