Naar inhoud springen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Navigatie
Hoofdpagina
Recente wijzigingen
Nieuwe pagina's
Willekeurig woord
Willekeurig NL woord
Woord begint met ...
Categorieën
Informatie
De kroeg
Hulp
Helpdesk
Zusterprojecten
Wikibooks
Wikinieuws
Wikipedia
Wikiquote
Wikisource
Commons
Zoeken
Zoeken
Financieel bijdragen
Uiterlijk
Account aanmaken
Aanmelden
Persoonlijke hulpmiddelen
Account aanmaken
Aanmelden
Pagina's voor uitgelogde redacteuren
meer lezen
Bijdragen
Overleg
insultar/vervoeging
Talen toevoegen
Pagina
Overleg
Nederlands
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Handelingen
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Algemeen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Verkorte URL verkrijgen
QR-code downloaden
Afdrukken/exporteren
Boek aanmaken
Downloaden als PDF
Afdrukversie
In andere projecten
Uiterlijk
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Uit WikiWoordenboek
Versie door
AnnabelsBot
(
overleg
|
bijdragen
)
op 8 nov 2011 om 03:31
(telling)
(
wijz
)
← Oudere versie
| Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
vervoeging
van het Spaanse werkwoord
insultar
Infinitief
(
infinitivo
)
Voltooid deelwoord
(
participio
)
Onvoltooid deelwoord
(
gerundio
)
insultar
insultado
insultando
Aantonende wijs
(
modo indicativo
)
presente
pretérito imperfecto
pretérito indefinido
futuro
condicional
yo
insulto
yo
insultaba
yo
insulté
yo
insultaré
yo
insultaría
tu
insultas
tu
insultabas
tu
insultaste
tu
insultarás
tu
insultarías
él, ella, usted
insulta
él, ella, usted
insultaba
él, ella, usted
insultó
él, ella, usted
insultará
él, ella, usted
insultaría
nosotros, nosotras
insultamos
nosotros, nosotras
insultábamos
nosotros, nosotras
insultamos
nosotros, nosotras
insultaremos
nosotros, nosotras
insultaríamos
vosotros, vosotras
insultáis
vosotros, vosotras
insultabais
vosotros, vosotras
insultasteis
vosotros, vosotras
insultaréis
vosotros, vosotras
insultaríais
ellos, ellas, ustedes
insultan
ellos, ellas, ustedes
insultaban
ellos, ellas, ustedes
insultaron
ellos, ellas, ustedes
insultarán
ellos, ellas, ustedes
insultarían
Aanvoegende wijs
(
modo subjuntivo
)
Gebiedende wijs
(
modo imperativo
)
presente
pretérito imperfecto
futuro
bevestigend
ontkennend
yo
insulte
yo
insultara
insultase
yo
insultare
—
—
—
tú
insultes
tú
insultaras
insultases
tú
insultares
tú
insulta
no
insultes
él, ella, usted
insulte
él, ella, usted
insultara
insultase
él, ella, usted
insultare
él, ella, usted
insulte
no
insulte
nosotros, nosotras
insultemos
nosotros, nosotras
insultáramos
insultásemos
nosotros, nosotras
insultáremos
nosotros, nosotras
insultemos
no
insultemos
vosotros, vosotras
insultéis
vosotros, vosotras
insultarais
insultaseis
vosotros, vosotras
insultareis
vosotros, vosotras
insultad
no
insultéis
ellos, ellas, ustedes
insulten
ellos, ellas, ustedes
insultaran
insultasen
ellos, ellas, ustedes
insultaren
ellos, ellas, ustedes
insulten
no
insulten
Categorie
:
Vervoeging in het Spaans