institutionaliseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·sti·tu·ti·o·na·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
institutionaliseren |
institutionaliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institutionaliseren
- Ik institutionaliseer.
- gebiedende wijs van institutionaliseren
- Institutionaliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institutionaliseren
- Institutionaliseer je?
Gangbaarheid
- Het woord institutionaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.