insta
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·sta
Werkwoord
vervoeging van |
---|
instaan |
insta
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instaan
- ... dat ik insta.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
instaan |
insta
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van instaan
- ... dat men insta.
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
instar |
insta