insluit
Uiterlijk
- in·sluit
vervoeging van |
---|
insluiten |
insluit
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
- ... dat ik insluit.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
- ... dat jij insluit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
- ... dat hij insluit.
- Het woord insluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.