insisteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insisteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sis·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
insisteren |
insisteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insisteren
- Jij insisteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insisteren
- Hij insisteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van insisteren
- Insisteert!
Gangbaarheid
- Het woord insisteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.