inmengden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·meng·den

Werkwoord

vervoeging van
inmengen

inmengden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inmengen
    • ...dat wij inmengden. 
    • ...dat jullie inmengden. 
    • ...dat zij inmengden.