initialiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ini·ti·a·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
initialiseren |
initialiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van initialiseren
- Jij initialiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van initialiseren
- Hij initialiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van initialiseren
- Initialiseert!
Gangbaarheid
- Het woord initialiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.