informatiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·for·ma·ti·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
informatiseren |
informatiseerde
- enkelvoud verleden tijd van informatiseren
- Ik informatiseerde.
- Jij informatiseerde.
- Hij, zij, het informatiseerde.
- Ik informatiseerde.