informaliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
informaliseren

informaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van informaliseren
    • Ik informaliseerde. 
    • Jij informaliseerde. 
    • Hij, zij, het informaliseerde.