informaliseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·for·ma·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van informeel
Werkwoord
informaliseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
informaliseren |
informaliseerde |
geïnformaliseerd |
zwak -d | volledig |
- iets minder formeel maken
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'informaliseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "informaliseren" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 75 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %