individualiseerde
Uiterlijk
- in·di·vi·du·a·li·seer·de
vervoeging van |
---|
individualiseren |
individualiseerde
- enkelvoud verleden tijd van individualiseren
- Ik individualiseerde.
- Jij individualiseerde.
- Hij, zij, het individualiseerde.
- Ik individualiseerde.
- Het woord individualiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.