inbeelden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·beel·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(zich...) zich iets onmogelijks voorstellen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]

Werkwoord

inbeelden

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbeelden
beeldde in
ingebeeld
zwak -d volledig
  1. wederkerend zich ~: denken dat iets wat onmogelijk is toch waar is
    • Hij beeldde zich in dat hij een machtig man was. 
     Dan had ik hem doodgeschoten. Die pompeuze, bloeddorstige.... soms beeld ik me in dat alle Engelsen één gemeenschappelijke keel zouden hebben en dat ik mijn vingers eromheen had liggen.[2]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen