Naar inhoud springen

imposant

Uit WikiWoordenboek
  • im·po·sant
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘indrukwekkend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen imposantimposanterimposantst
verbogen imposanteimposantereimposantste
partitief imposantsimposanters-

imposant

  1. indrukwekkend
    • Het kleine stadje had toch een heel imposant stadhuis. 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]