imponerer
Deens
Woordafbreking
- im·po·ne·rer
Naar frequentie | 16976 |
---|
Werkwoord
imponerer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van imponere
Noors
Woordafbreking
- im·po·ne·rer
Naar frequentie | 21313 |
---|
Werkwoord
imponerer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van imponere
Nynorsk
Woordafbreking
- im·po·ne·rer
Werkwoord
imponerer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van imponere