hyperboliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·per·bo·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
hyperboliseren

hyperboliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van hyperboliseren
    • Ik hyperboliseerde. 
    • Jij hyperboliseerde. 
    • Hij, zij, het hyperboliseerde.