hyperboliseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hy·per·bo·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hyperboliseren |
hyperboliseerde
- enkelvoud verleden tijd van hyperboliseren
- Ik hyperboliseerde.
- Jij hyperboliseerde.
- Hij, zij, het hyperboliseerde.
- Ik hyperboliseerde.