hotste
Uiterlijk
- hots·te
hotste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van hot
- hots·te
vervoeging van |
---|
hotsen |
hotste
- enkelvoud verleden tijd van hotsen
- Ik hotste.
- Jij hotste.
- Hij, zij, het hotste.
- Ik hotste.
- Het woord hotste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.