Naar inhoud springen

hoopten opeen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 3 jun 2018 om 09:54 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *hoop·ten op·een {{-etym-}} *{{vorm-schei...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoop·ten op·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opeenhopen

hoopten (...) opeen

  1. meervoud verleden tijd van opeenhopen
    • Wij hoopten opeen. 
    • Jullie hoopten opeen. 
    • Zij hoopten opeen. 

Gangbaarheid